Strategisch Steunpunt

@LeoSchreuders2021

Aan de oevers van een oude uitloper van de Rijn ligt al eeuwen een versterkt huis, dat is uitgegroeid tot wat we nu kennen als het museum kasteel Amerongen. 
Over de ontstaansgeschiedenis is betrekkelijk weinig bekend. Om daar meer beeld bij te krijgen heb ik de oudste bronnen doorzocht.
Waarom ligt uitgerekend op deze drassige plek in de uiterwaarden dit nu zo fraaie kasteel? Wie waren de eerste bewoners  in de periode 1286-1557? Met welke families raakten zij verbonden? Hoe werkte de eenwording van de Nederlanden onder de Bourgondiërs door op het huis en zijn  bewoners? 
Deze vragen worden belicht in het nu volgende artikel, dat een deel is uit een reeks van artikelen over Amerongen in de middeleeuwen, die met enige regelmaat zullen verschijnen op dit blog, uitmondend in een over all publicatie.

Bewoners van een Hollands steunpunt 

Het huis Amerongen is gebouwd vanwege haar strategische betekenis voor de Graven van Holland. De ligging in de nabijheid van de stad Utrecht, de zetel van hun aartsrivaal de prins-bisschop van Utrecht is een waarschuwing aan zijn adres om zich op zijn Utrechts erf te houden. 
Maar als Karel V in 1543 het hertogdom Gelre inlijft in zijn  Nederlanden verliest het huis veel van zijn strategische aantrekkingskracht. Karel voltooit de vorming van de Nederlanden door zijn Bourgondische voorouders tot één staat: de zeventien provinciën. 

Habsburgse Nederlanden, de 17 provinciën

Voor de eenwording van de Nederlanden worden huis en dorp zeker vier keer verwoest en verbrand in de tijd van de burgeroorlogen in de gewesten. De Hoekse en Kabeljauwse twisten zijn daarvan het bekendst gebleven. De burgeroorlogen zijn een machtsstrijd tussen stedelijke elite en de lokale adel in de groeistuipen naar één natie. De machtsovername in Holland van de Bourgondiërs in 1428 is daarin een katalysator.
Terzelfdertijd wordt het huis Amerongen een twistappel vooral tussen de familie van Hemert en de heren van Culemborg. De heren hebben sterke banden met Bourgondië en dus met Holland. Ze gaan het Hollands leen als hun familiebezit zien.

Een buitendijks stukje drassige grond, waar een oude arm van de Rijn doorstroomt is het begin van het huis Amerongen. Het perceeltje, eerst eigendom van de kerk van Amerongen sluit aan op de hof van de eerste Amerongse kerk, de Sint-Pieter.  

Twee broers Borre laten daar hun kasteeltoren bouwen, die ze opdragen aan de graven van Holland.
De laatste Borre, die het huis bewoont is Beerte. Ze vervalt tot armoede, nadat het huis grotendeels is afgebrand. Gerrit bastaard Van Culemborg is haar echtgenoot, zijn familie ziet het huis daarom als familiebezit. In opdracht van de Van Culemborgs worden een aantal gewapende overvallen op het huis uitgevoerd, waarvan de felste zijn gericht op de bewoners de familie van Hemert, wier loyaliteit bij Gelre lijkt te liggen. 

Van een van die aanvallen is een kort verslag bewaard gebleven, het staat in een brief van de verontwaardige inwoners van Amerongen aan de drie Staten van Utrecht.     
"8 mei 1517, zaterdagochtend vroeg dringt hij met 50 zwaargewapende mannen de voorburcht binnen. De dienaren op de boerderij worden geslagen met hellebaarden en geweerkolven om de poorten te openen. Als dat niet lukt laat hij met mokers, bijlen en zagen de poorten bij de ophaalbrug in tweeën slaan. Na de raid bestelen ze net als plunderaars de gewone mensen van hun goed, kleding, sieraden, huisraad, koren en ander eetwaar en nemen wat van hun gading is mee naar de Betuwe. De volgende dag bij de vroegmis deelt de hoofdman mee dat ieder, die bewijs van schade heeft door hemzelf zal worden vergoed; maar de armen, die naar de kerk zijn gekomen, kunnen weer met lege handen naar huis .”    

Als de zeventien provinciën tien jaar bestaan, worden huis en de halve heerlijkheid aangeboden aan de voormalige opperschout van Utrecht: Goert van Reede. Hij is, als veel schouten een vermogend man. Hij neemt op verzoek van Philips II het leen voor een aanzienlijk bedrag in pand, als bijdrage in de enorme oorlogsinspanning van de Habsburgers. Met deze nieuwe heer vanAmerongen breekt een nieuwe tijd aan voor huis en dorp. 

Goert is aanvankelijk een fervent vervolger van andersdenkenden als rechterhand van Alva, in een plotselinge rolsverwisseling naar steunpilaar van de reformatorische orde voert hij met één pennenstreek de reformatie door in Amerongen. Maar daarover in een volgend artikel meer.
Nu eerst een schets van de turbulente vroegste geschiedenis van het huis Amerongen en haar bewoners tot aan de overdracht aan Goert van Reede. 

Vlaamse Borres, bouwers en stadselite 

Vlaamse Borres? De pastoor noemt de broers Diederik en Arnoud Borre buren in 1267. [i] Het is een jaar of dertig na de invoering van de heemraden. De Ameronger en de Langbroeker wetering en daarmee de ontginning van de drassige velden zijn nog maar nauwelijks voltooid. In die tijd is er en dat is uitzonderlijk voor de regio al een hechte burenorganisatie in Amerongen. De buren spreken mee over het beheer van de vele gemeenschappelijke landerijen. De buren vormen als bestuur van de meent, de gemeenschappelijke gronden de voorloper van het gemeentebestuur. Voorwaarde voor het lidmaatschap van het burengerecht is een grondbezit van meer dan één Amerongse hoeve [16 morgen = 14,5 hectare]. Daar behoren de van Zuylens, de oudste bestuurders en de Borres bij. De Borres hebben zoals de Van Zuylens een behoorlijk deel van de ontginning “de Hoeven” in leen voornamelijk van de Dom [zie afbeelding]. [ii]

Landerijen van de familie Borre (rood en roze)


 De naam Borre wordt wel in verband gebracht met het plaatsje Borre, gelegen in wat nu Frans Vlaanderen is [zie de rode stip op de kaart hierboven]. Borre ligt in het netwerk van de Graven van Holland. Floris V, aan wie de Borres in Amerongen hun land opdragen streeft er naar evenals zijn voorganger om Zeeland, een Vlaams leen, binnen zijn invloedsfeer te krijgen. Floris’ voorganger trouwt met Machteld van Brabant, een verbintenis, die in genoemd streven past. De schoonmoeder van Floris komt uit Béthune, op dertig kilometer afstand van Borre. Het plaatsje Borre heeft een riddermatige achtergrond, er is , evenals in Rhenen een commanderij van de Orde van de Tempeliers gevestigd. [iii]  

Borre Wapen
Ook zouden de Franse lelies op het wapenschild van de Borres kunnen wijzen op het Franse leen Vlaanderen. Speculatief? De herstructurering van de Lekdijk van Schoonhoven tot Amerongen rond 1234 is een initiatief van dezelfde Floris. Hij organiseert het dijkbeheer en stelt een heemraadschap in. De stichting van een militaire controlepost in het Sticht aan het eind van de dijk lijkt een logisch vervolg. Misschien worden de Borres beloond met een leen voor bewezen diensten rond het Zeeland beleid. Zo’n win-win deal zal niet de eerste zijn. Voor de Borres een stap op de sociale ladder en voor de leenheer de controle over een strategische plek met bewezen betrouwbare partners.


Borres in Amerongen. De broers Henrick en Diederik Borre worden in de zomer op St. Margrietendag van1286 leenmannen van de Graaf van Holland Floris V. Een week later dragen ze vier morgen akkerland van de kerk op aan Floris, waarschijnlijk het bouwperceel, waar de kasteeltoren zal verrijzen. [iv]  Het bescheiden leen bestaat uit het huis, de ringgracht en wat land aan de Rijn kant. De boerderij op de acht morgen grote voorburg heeft een andere leenheer, evenals de hoge jurisdictie van de heerlijkheid.  Die andere leenheer is de heer van Abcoude, vervolgens de prins-bisschop van Utrecht en tenslotte de Staten van Utrecht. 

Kasteeltorens Wijk en Amerongen

Na de bouwers zijn Elias Borre en daarna Johan Borre de bewoners. Johan trouwt met Vredemine van Hemert,  uit dezelfde familie, die in 1480 het huis zal betrekken, daarover zo meer. Ze krijgen drie dochters en een zoon: Elias. 
De drie zusters van Elias verstevigen zijn machtsbasis in de regio. Ze trouwen praktisch om de hoek. Aleid in Langbroek met Ernst van het huis Hinderstein en Margriet in Cothen met Jan van het huis Rijnestein. Jan is zoon van bisschop van Arkel. [v] Dochter Herwig trouwt met Willem Taets van Amerongen. 

In 1372 lijden huis en dorp onder de brandstichting door Willem van Gulik, hertog van Gelre, omdat de prins-bisschop van Utrecht voor de tegenstander van de hertog kiest.[vi] Het belang van de kasteeltoren voor Holland wordt onderstreept als het in 1380 de status van openhuis krijgt van de Graaf van Holland, Hertog Albert van Beieren. Dat betekent dat hij in tijden van nood kan beschikken over de toren. [vii] Waarschijnlijk als tegemoetkoming daarvoor krijgen de Borres het huis in erfleen, dus feitelijk in bezit. Johan overlijdt korte tijd later, zijn zoon Elias is nog minderjarig, Hendrick Borre zijn oom treedt daarom op als voogd voor het tijnsgerecht in 1382. De weduwe hertrouwt met IJsbrand uit de zeer aanzienlijke familie van der Aa. Een nazaat zal in 1609 het kasteel Zuilenstein in Leersum zal betrekken. Als Elias in 1387  volwassen [viii] is, ontvangt hij het huis Amerongen in leen en trouwt eerst met Beerte, ook een van der Aa, de dochter van Frederik van der Aa van Drakenborg, schout van Utrecht. Nadat zijn Beerte is overleden wordt Mechteld van Arnhem zijn vrouw, ze is de dochter van Gerrit, ridder en burgemeester en schepen van Arnhem.  

Eind 14e eeuw zijn de Borres goed vertegenwoordigd in het Amerongs bestuur: Hendrick Borre Arents is lange tijd richter vanwege de heer van Abcoude-Gaasbeek en zijn broers Jan en Dirk Borre Arents zijn in die tijd lid van het tijnsgerecht, evenals vader Aernt en Volquyn Borre. [ix] In de 15e eeuw heeft een Aert Borre en zijn zoon Jan Aertss het grote Borreveen op de Ginkel in bezit, grenzend aan de gebieden van het Kartuizerklooster Nieuwlicht. [x] 

Bergestein en stadse Borres. Hendrick Borre, een van de bouwers van de kasteeltoren is voorzitter van het tijnsgerecht in Rhenen, ook in het verdere verloop van de 14e eeuw zijn zien we een Borre in die functie. Er liggen veel Borres liggen begraven in de Cunerakerk in Rhenen.  

Dirck Borre en 2 maal Maria van Snellenberch
Via de lijn Dirck Borre van Broeckhage in Achterberg [ca. 1360-1412] wordt kleinzoon Dirck eind 15e eeuw schepen en burgemeester in Utrecht. Hij is lid van het pelswerkersgilde, wat op het schilderij met zijn vrouw Maria van Snellenberch goed te zien is. [xi] Hun contacten met Amerongen zijn nog hecht, dochter Lutgard trouwt met David I van Zuylen van Natewisch, de belangrijkste bestuurder van Amerongen. Dirck en zijn vrouw plaatsen een altaar aan een pilaar van de Utrechtse Buurkerk. De plek waar werd gebeden voor hun zielenheil is nu nog tastbaar aanwezig.[xii]   

Boom van Jesse en Utrecht voor 1467
De Borres zijn in die zin doordrenkt van de katholieke traditie, zoals Jan Borre, die in die tijd schout van Utrecht is. Hij en zijn vrouw een Utrechtse schependochter zijn ook aan de Buurkerk verbonden. Jan schenkt zijn vrouw een beroemd getijdenboek, dat bekend staat onder de naam getijdenboek van Maria van Vronestein. Met ondermeer de boom van Jesse.  

Nazaten van deze Borre familie wonen eeuwenlang aan het Janskerkhof in Utrecht. Een van hen Frederik koopt begin 18e eeuw het landgoed Bergestein. Het is een tweehonderd jaar geleden dat daar de laatste Borre woonde, de Amerongse wortels zijn kennelijk nog niet vergeten.  

Bergestein
In 1373 wordt een Johan Borre in 1373 als eerste met het huis Bergestein beleend door de domproost. [xiii] Het is een jaar na de brandschatting door de hertog van Gelre. Is het huis Amerongen onbewoonbaar geworden? In 1403 wordt Johan opgevolgd door zijn zoon Hendrik, en kleinzonen Peter en Hendrik, Peter is de laatste met de achternaam Borre.  

Eind 15e eeuw komen de van Nijenrodes in bezit van het kasteel via een neef van Gijsbert van Nijenrode, die in het huis Amerongen woonde. Naderhand komt het aan Godard Adriaan van Reede, die het kasteel laat afbreken, "omdat het een concurrerend riddermatig goed is en omdat het volgens hem de jacht voor het huis Amerongen benadeelt". De schrijver van deze passage voegt daaraantoe, dat daaruit wel blijkt “hoe jaloers de groten zijn op haar zogenaamde ridderlijke vermaken, waar de jacht er een van is”. [xiv]

Armoede in de familie

Het Bisdom Utrecht heeft veel te lijden van de burgeroorlogen, ook huis en dorp worden zwaar getroffen. Al in 1372 wordt het huis in brand gestoken, in het verdere verloop van de twisten nog drie keer. 

Huis Amerongen met boerderij op de voorburcht
Beerte Borre is de laatste bewoner van het huis, die de naam Borre draagt. [iii] Haar echtgenoot Gerrit is de onechte zoon van Hubert III, heer van Culemborg etc. en minister van financiën van het graafschap Holland [13??-1422]. Het echtpaar heeft het huis en het bescheiden perceel in leen, een boomgaard, een moestuin, wat bos, broek en een veld [zie bovenstaande afbeelding]. De steeds weer oplaaiende strijd brengt de bewoners van huis Amerongen in grote financiële problemen. In 1421 is het weer raak in Amerongen. Terwijl prins-bisschop Frederik van Blankenheim als een generaal met zijn troepen het platteland van Culemborg en de Veluwe afmarcheert en alles afbrandt, valt Hubert van Culemborg met Jacob van Abcoude het Sticht binnen en brandt alle dorpen af tot aan de Bilt, waaronder Amerongen. [xv] Een paar jaar later in 1427 wordt het dorp grotendeels verbrand door troepen van de hertog van Gelre. [xvi] De brandschatting van het huis Amerongen maakt omvangrijke herstelwerkzaamheden nodig, die van 1432 tot 1437 worden uitgevoerd. Daarvoor moet geld worden gevonden.

Gijsbert III van Nijenrode, heer van Sinderen etc. [ca.1415-1476] wil wel helpen. Hij is ruwaard, de hoogste bisschoppelijk ambtenaar van het Sticht. [xvii] Beertes’ zoon Elias beleent Gijsbert al in 1433 met wat grond, zou het zijn om de ergste financiële nood te lenigen? [xviii] Hoe het ook zei, in 1438 geeft Beerte publiekelijk aan -dat ze wegens armoede- een aantal waardevolle rechten verpandt aan Gijsbert. Hij ontvangt niet alleen het recht op het leen huis en toebehoren, maar ook het recht om de pastoor te benoemen en de rechten op banken en graven in de kerk.[xix] De familie Culemborg-Borre bedingt misschien tegen beter weten in, het recht van aflossing van de verkregen pandsom. Dat wil zeggen dat na aflossing van het ontvangen geld de verpande rechten weer aan hen toevallen. Voordat Beerte haar rechten overdraagt aan Gijsbert scheldt ze de schulden van haar pachters kwijt, in wat een gebaar van steun lijkt. [xx] Tien jaar voordat zijn bastaard oom, Gerrit van Culemborg de pandsom op het huis heeft kunnen terugbetalen krijgt Everwijn van Culemborg [1431-1501] in 1459 het huis tussentijds in leen van Philips de Goede.  Everwijns’ andere oom, Gijsbert van Nijenrode, die de Borres zo behulpzaam is geweest om de leen van hen over te nemen met recht van restitutie, heeft zijn recht op het huis teruggegeven aan Philips de Goede speciaal voor 

Jasper van Culemborg

Everwijn. Deze tussentijdse actie in de periode dat Gerrit nog aan het sparen is voor de betaling van de pandsom lijkt op een tactische maatregel van de familie van Culemborg om hun grip op het zo strategisch gelegen kasteel te vergroten. Gerrit van Culemborg is dan misschien als familielid hun eerstaangewezen vertegenwoordiger, maar Everwijn heeft kennelijk betere kaarten. Gerrit zijn financiële positie wekt wellicht minder vertrouwen, per slot van rekening kost het hem behoorlijk wat tijd om de pandsom af te lossen om weer met het huis beleend te worden.

Maar hoe is het mogelijk dat Gijsbert zich heeft laten bewegen tot deze actie? Het antwoord op die vraag kan misschien worden gevonden in de positie van Jasper van Culemborg. In deze tijd is Jasper van Culemborg de leider van zijn familie.  Jasper is geen kleine jongen, hij is getrouwd met Johanna van Bourgondië, de dochter van Anton, de “Grote Bastaard” genoemd, tweede [onechte] zoon van Filips de Goede. Everwijn is een oom van Jasper. Heeft Jasper op de situatie geleund om het huis te behouden, het is goed voorstelbaar.

Na dertig jaar in 1468 is het dan toch zover dat aan alle voorwaarden is voldaan en kan de familie Culemborg-Borre het huis weer betrekken. De acte van verlening van Karel de Stoute kent Beerte en Gerrit dezelfde voorwaarden toe als aan de bouwers van het huis in 1286! [xxi]. 


Culemborgse agressie


Kasteel Culemborg

De Van Zwietens komen

In 1470, twee jaar later al komt het huis aan de familie van Zwieten.[xxii] De korte periode is opvallend. Misschien is de snelle overgang beter te begrijpen als we de betrokkenen nader onder de loep nemen. In de eerste plaats is Beerte in het jaar van de overdracht komen te overlijden. Dat kan voor haar zoon Elias de directe aanleiding kan zijn geweest de rechten over te dragen aan Willem van Zwieten. 
Mede aangezet door een hachelijke financiële positie van Elias. Misschien had hij om het huis te bewonen, te herstellen en te onderhouden meer geld nodig dan waarover hij kon beschikken. Zijn ouders had het immers dertig jaar gekost de pachtsom in te lossen.Willem van Zwieten [ca.1410-1482] is zoon van Boudewijn van Zwieten en Lutgard van Nijenrode. Willem en Gijsbert van Nijenrode, de vorige bewoner zijn neven, misschien hebben ze de kansen van een overname van het huis en heerlijkheid besproken.
Willem is in elk geval goed op de hoogte van het geval, hij is getuige bij de aflossing van de pandsom. [xxiii] Het zal zijn status als onechte zoon van de succesvolle minister van financiën van Holland ongetwijfeld goed doen, als hij dit strategische open huis van de Graaf van Holland onder zijn hoede kan krijgen. Misschien niet voor zijn eigen status, hij is immers de zestig al gepasseerd, maar dan toch voor zijn zoon Dirk.

De Van Zwietens hebben ongetwijfeld het nodige meegekregen van de “high finance” in de onroerend goed handel van hun tijd. Vader en grootvader hebben als invloedrijke bestuurders, de nodige fondsen kunnen verzamelen om een vastgoed imperium te bouwen. De oude van Zwieten legt daarvoor de kiem met de koop van de hofstede Zwieten, daarna volgen er vele nieuwe hoeves, buitenplaatsen en hofsteden. De Van Zwietens worden heren van ondermeer Maarssenbroek en Zoeterwoude en nu dus ook van Amerongen. 

Ze kunnen zich een van de kostbaarste middelen veroorloven om hun zielenheil in het hiernamaals te verzekeren. Ze stichten het klooster Mariënpoel bij Leiden, waar voor hun zielenheil wordt gebeden en waar veel van Zwietens begraven liggen. [xxiv]

Memorietafel Boudewijn van Zwieten en  Lutgard van Nijenrode, hun kinderen met aanhang 

Zoon Willem maakt overigens zelf ook een stevige bestuurlijke carrière en is ondermeer procureur-generaal van Holland. Hij beschikt kennelijk over voldoende middelen om het geheel verwaarloosde huis te herstellen en te verfraaien. 
Zijn aanzien is zo groot in Holland dat steden daar gebrandschilderde ramen met hun stadswapen voor het nieuw opgebouwde huis Amerongen schenken. [xxv] De waarde van het huis wordt in die tijd getaxeerd op 2500 rijnse guldens [€M20]. Zoals destijds gebruikelijk gebeurt dat door zeven vooraanstaande parochianen.
[xxvi]

De Van Hemerts komen

Huis en voorburg gaan tien jaar later over van Willem van Zwieten op Gijsbrecht, de heer van Hemert etc. Hij woont met echtgenote Hillegonda van Loenersloot en hun gezin vanaf de zomer 1480 op het kasteel Amerongen. In die tijd vervult Johan hun zoon het voorzitterschap van het tijnsgerecht. [xxviii] Johan is getrouwd met Hadewijch, die in haar jonge jaren op het huis heeft gewoond als dochter van Gijsbert van Nijenrode. [xxix]

Een vierde keer komt Amerongen tussen de wielen van de burgeroorlog, als de Hoekse tegenbisschop Engelbrecht van Kleef met zijn leger plunderend door het Sticht trekt. Het gaat er niet zachtzinnig aan toe. Er wordt zeer veel verbrand, vee gestolen en mensen gearresteerd en meegevoerd. Deze tegen bisschop legt Amerongen voor een groot deel in de as [1482].[xxx]

Vanaf het moment dat Gijsbert en Hillegonda op het kasteel wonen staan ze in de kijker van de familie Van Culemborg door de band van Beerte Borre met Gerrit van Culemborg. Tot dusver hebben de Van Culemborgs zich niet bemoeid met het slot, waarop ze kennelijk aanspraak denken te kunnen maken. 

Daar was tot dan toe weinig aanleiding toe. Eerdere bewoners van het kasteel, de aanzienlijke en rijke families Van Nijenrode en de Van Zwieten hebben stevige banden met het graafschap Holland, waarmee het belang van de graven Holland op deze strategische plek voldoende verzekerd lijkt te blijven. De familie van Hemert heeft een minder uitgesproken loyaliteit naar Holland en heeft tot in deze tijd banden met Gelre, waardoor ze verdacht zijn. Het kasteel als open huis voor de graven van Holland komt in gevaar. In vergelijking met de zeer machtige van Zwietens zijn ze ook een minder weerbare partij, ze zijn minder vermogend en hebben minder sterke vrinden hebben op boven regionaal niveau. Hoe het ook zij, de familie van Hemert wordt zeer stevig aangepakt.

In de rechtszaal wordt de wettigheid van de verkoop van het slot aan de Van Hemerts bestreden en of dat niet voldoende is, worden ze met volle oorlogsagressie aangevallen door zetbazen van de Van Culemborgs. Na acht jaar wordt Gijsbrecht van Hemert en zijn familie -op verzoek van de Van Culemborgs- gewapender hand het huis uitgezet door een direct familielid Joest van Hemert. [xxxi] Hij is de zoon van Johan en genoemde Hadewijch en daarmee de kleinzoon van de Gijsbert van Nijenrode EN van Gijsbert van Hemert. 

Heeft Joest het te bond gemaakt? In elk geval verlaat hij het land, vlak nadat hij het huis heeft op gewelddadige wijze heeft vrijgemaakt voor Everwijn van Culemborg, de neef van Gerrit en Beerte van Culemborg-Borre. Everwijn komt zo voor de tweede keer op het huis Amerongen terecht.

Gijsbert van Hemert spant een rechtszaak aan, omdat Joest het huis “wederrechtelijk en met geweld genomen zou hebben”. De zaak is zo politiekhachelijk geworden dat prinsbisschop David van Bourgondië zich in de kwestie mengt en de familie Van Culemborg helpt om ervoor te zorgen dat Van Hemert niet zonder meer terug kan naar kasteel Amerongen. 

David van Bourgondië voor zijn kasteel in Wijk 

De bisschop is zelfs bereid om gedurende het proces het huis voor Everwijn in beheer te nemen. Als het maar niet te lang duurt en de beheerskosten niet voor zijn rekening komen. [xxxii] Everwijn kan zijn eigendomsrechten bewijzen en krijgt het huis toegewezen. [xxxiii] Het klinkt bijna te mooi om waar te zijn. De aan de Bourgondiërs geparenteerde Van Culemborgs worden voor het gerecht waar de Bourgondische prins-bisschop het bewind voert in het gelijk gesteld.

Een dertig jaar laten schrijven twee zoons Johan en Reinier van Gijsbert van Hemert in een brief aan de drie staten des Neder Stichts over de gewapende overval in opdracht van de Van Culemborgs. Ze herinneren de Staten eraan "hoe moeder en kinderen en hun vader als misdadigers uit het huis zijn gezet". Het heeft een diepe indruk op ze gemaakt.

Geschreven de negende dag in mei, anno 1517.

Mijne edele, welgeboren, waarde, geleerde, standvastige, voorzichtige, geliefde heren en goede vrinden. Het schrijven door u geliefde heren aan ons gezonden hebben wij in zeer goede orde ontvangen, gelezen en wel verstaan. Wij willen u eerbiedig laten weten, dat wij onze geliefde heren van de staten genoeg in de aandacht willen laten houden, hoe ridder Joest van Hemert onze vader zaliger zijn huis te Amerongen dat hij onbesproken, ongestoord en met recht bezeten had, onterecht en op gewelddadige wijze heeft afgenomen. 

We willen u eraan herinneren dat ridder Joest onze moeder en haar kinderen van het slot heeft gejaagd, zonder dat ze zich kon kleden en dat de kleren van de kinderen zijn afgenomen.  Dat hij -God betere het! - alles heeft meegenomen wat er in het huis te vinden was.

Dat is genoegzaam bekend in het land, omdat onze vader zaliger tijdens zijn leven -zoals dat van rechtswegen behoort- zijn landvorst de bisschop Utrecht en ook de drie staten verzocht heeft om het geweld te laten stoppen. Dat is tot nu toe niet gebeurd, waardoor onze vader zaliger arm en behoeftig oud geworden is en van gebrek is gestorven.

Het is daarom dat we de noodzaak voelen om dienstbaar en zonder enig vooroordeel het Sticht Utrecht en de drie Staten vragen inzake ons erf en bezit - waarin God in zijn rechtvaardigheid ons heeft voorzien- ons de hand te reiken en te steunen via de gerechtelijke weg - zoals onze vader dat heeft gedaan- om onze rechtvaardige zaak te bepleiten. De Van Culemborgs zijn namelijk economisch met de waarheid zijn omgegaan door te schrijven dat het huis hen is toegewezen door de ridderschap. Het was echter geen meerderheidsoordeel, veel ridders en knechten en andere goede discrete mannen en juristen waren het er niet mee eens. Geliefde heren, u kunt dus goed bedenken en verstaan dat onze rechten niet zijn verminderd. Aldus, geliefde heren geven wij dit altijd dienstbaar aan uw eerbiedwaardigen e kennen, hopende op uw hulp en erkenning van onze rechten in deze rechtvaardige zaak. Volledig vertrouwend op uw eerbiedwaardigen, die God Almachtig altijd wil sparen met een gezond leven.

Get. Johan en Reijer van Hemert, gebroeders.

Als zowel Gijsbrecht als Everwijn in 1501 komen te overlijden maakt Jasper, heer van Culemborg direct aanspraak op het huis. Jasper krijgt -niet onverwacht gezien zijn familierelaties met de Bourgondiërs- de steun van de Graaf van Holland, Filips de Schone en wordt met Amerongen door hem beleend. [xxxiv] Jasper vindt een lid in zijn extended familie bereid zijn intrek in het huis te nemen. Het is Balthasar van Wees, heer van Hien [Dodewaard], echtgenoot van Johanna van Culemborg. 

Anthonis Lalaing, heer van Montigny en
Culemborg
en echtgenote Elisabeth van
Culemborg

In hetzelfde jaar weet ook Johan van Hemert zich te laten belenen met Amerongen door dezelfde Graaf van Holland. Over de halve hoeve van het voorhof met de boerderij en de gracht krijgt hij in al 1503 de beschikking. [xxxv]
Het duurt tot 1517 vóórdat hij het huis daadwerkelijk kan betrekken dat gaat overigens niet zonder slag of stoot, hij neemt het huis met geweld op Van Wees.
De graaf van Hoogstraten Anthonie van Lalaing, echtgenoot van Elisabeth van Culemborg, na de dood van Jasper in 1504, de laatste vrouwe Van Culemborg, tekent schriftelijk protest aan bij de Staten van Utrecht, namens zijn vrouw.
 

Geschreven te Brussel op de 8ste dag in Mei anno 1517

Aan der drie staten des lands en Stichts van Utrecht.

Eerzame, vrome, wijze heren en beminde vrinden.

Ik schrijf u omdat de Van Hemerts zonder goede reden het huis Amerongen uit handen van Balthazar van Wees genomen hebben.

Dit huis en de heerlijkheid heeft Balthazar in leen gehouden van onszelf en van onze huisvrouw, heer en vrouwe van Culemborg, zoals wijzelf dat deels van zijne koninklijke majesteit van Spanje, als graaf van Holland en deels van mijn genadige heer, de bisschop van Utrecht te leen houden.

Over de heerlijkheid is voor uwe genade destijds een proces is gevoerd tussen onze voorouders, de heren van Culemborg en de jonkers van Hemert, waaruit bleek dat onze voorouders daarvan in rechtmatig bezit geweest zijn.

De Van Hemerts hebben zonder enig recht als een dief ons en de onzen huis en heerlijkheid afhandig gemaakt, terwijl het aan niemand anders behoort dan aan ons.

Wij willen niet klagen en hopen zonder daaraan te twijfelen op uw troost, hulp en assistentie, genadig heer bisschop van Utrecht en uwe eerbiedwaardigen in de drie staten van het Sticht van Utrecht om ons goed recht te halen.

Zo is dan in alle redelijkheid ons vriendelijk begeren, dat u Van Hemert en zijn hulpen opdraagt -ze zijn immers -naar wij begrijpen- meestal onderdanen van het Sticht, het huis te verlaten, te ontruimen en te voorzien van meubels en goederen in dezelfde staat, zoals zij het aangetroffen hebben. 

Mochten zij nog enig recht op het eigendom van huis en heerlijkheid menen te hebben, willen wij hen voor het gerecht van mijn genadig heer van Utrecht en behoorlijk rechter om tegen hen en hun helpers te protest aan te tekenen, te in rechte te eisen en verhaal te halen. Langs de weg van het recht zullen wij dit mogen doen in deze zaak, omdat ze ons op eigen gezag veel geweld met verwoesting hebben aangericht.

We bidden uwe eerbiedwaardigen vriendelijk deze zaken ter harte te willen nemen en zo te doen, waarin wij van ganser harte vertrouwen en waarvoor we u naar vermogen willen compenseren, uitziend naar uwe schriftelijke antwoorden, zodat wij daarna deze zaak mogen afronden en met de hulp Gods die uwe eerzame, vrome heren en goede vrinden, lang moge bewaren in zaligheid en gezondheid.

Get. Anthonis van Lalaing, heer van Montigny, van Culemborg, van Hoogstraten, van Borssele etc.

De belening van het huis Amerongen met zijn toebehoren wordt eerst in 1519 geeffectueerd, nadat de erfenis van zijn vader met zijn moeder en broer en zuster is afgewikkeld. In 1522 wordt de belening volledig geeffectueerd voor Johan. De druk vanuit Culemborg houdt aan. 
In 1524 wordt het huis weer met geweld ingenomen, nu door Christoffel van Wees [broer van Balthasar]. Johan dient daarover een aanklacht in bij de Staten van het Sticht dat het huis met geweld is betrokken, dat hem bij besluit toegewezen is door Bisschop Philip van Bourgondië [1517-1524]. Christoffel verdedigt de inname door aan te voeren, dat hij het als een Culemborgs leen had ontvangen, in naam van de graaf van Hoogstraten Anthonie van Lalaing op grond van het besluit van de ridderschap onder Bisschop David.  Maar dat hij er in 1517 door Johan van Hemert van was beroofd.
De bewoners van Amerongen schrijven op maandag twaalf september, de eerste werkdag na het gebeurde al een brief naar de Staten van Utrecht.
Ze beschrijven hoe Christoffel de zaterdag daarvoor tussen zes en zeven uur ‘s ochtends met veertig tot vijftig zwaarbewapende aanhangers naar het huis Amerongen is gekomen.
“Hij heeft bedienden, die in de boerderij op de voorburcht aan het werk waren, gedwongen de poorten te openen en hen met hellebaarden en geweren geslagen en vastgebonden. Daarna hebben ze met smidshamers, mokers en met bijlen en zagen de poorten aan de ophaalbrug in tweeën geslagen”. “Daarna hebben ze alsof ze op plundertocht waren de gewone mensen onredelijk gehandeld, goed en kleding, sieraden, huisraad en eetwaar meegenomen en een deel van onze opbergkisten ingetrapt en meegenomen wat van hun gading was. Bij sommige buren namen ze koren en ander eetwaar mee naar de Betuwe. Gisteren op zondag bij de vroegmis heeft Christoffel laten weten dat eenieder, die schade had geleden door hem hemzelf zou worden gecompenseerd, als er bewijs van schade is; de armen zijn naar de kerk gekomen, maar ze konden met lege handen weer naar huis”.    
 
Uiteindelijk winnen de Van Hemerts de strijd. Na een periode van relatieve rust worden huis en heerlijkheid in 1557 verpand aan Goert van Reede.



[i] 1267 16/4 [HUA HSS 358-I f.30, OBU 1713] In seeckeren brief van Henrik, pape der kercke van Amerongen, anno 1267 op Paeschavont gepasseert, wort mentie gemaect van …buerluden van des selven dorps Dyderic Borre, Aernoud zijn broeder
[ii] Ad van Ooststroom, HISGIS, http://hisgis.fa.knaw.nl/
[iii] http://www.templiers.net/departements/index.php?page=59
[iv] 1286 22/7 [OBU 2284] ...Zeven ridders…verklaren dat Henricus et Theodericus fratres dicti Burrekiin de Am 4m ackerlant thinsgoed van de kerc te Am, in eigendom aan de graaf van Holland zullen opdragen.
[v] 1394 22/12 [Culemborg 6527] …hof- en tynsmeyster van Domproest comp Elyaes van Am draagt op aan zijn vrouw Beerte, dr van Vrederick van Drakenborch 2½ m tijnsgoed onder Am… tijnsgenoten Aernt Borre….
[vi] Van Leeuwen, het ‘Chronicon Tielense’.
[vii] 1380 23/9 LRK 50, fol. 179v, nr. 1150: Hertog Albert verklaart tot open huis.
[viii] 1387 Di na St Agniete - Elyaes is mundich en doet zelf hulde
[ix] 1383 21/4 [GA A’foort 37] …brief …2/5 1382 …Heynric Borre…knaep, mombaer … Eliaes van Am zyn neve … land in de Spike, tinsgoed van Eliaes vrsz, bo Johan Borre…, ben Volquyn Borre, str van land …hr van Apcoude tottten kyele toe [Oost Spijk/dode arm Rijn] …Volquyn Borre…Aernt Borre tinsgenoten. Heynric Borre…zegelde brief 1382
[x] 1534 vgl. 1473 [Kartuizers KKK 667 fol 54vso ev]: Weyn Aert Borrenwedue en Jan Aertss Bor, hadden venen
[xi]  Van de Water: Groot Placaatboek 157-158.
[xii] Haakma Wagenaar: Bouwgeschiedenis…Buurkerk p.356; Bogaers: Aards, betrokken en zelfbewust p. 818-826.
[xiii] 1373/1391 24/5 [Dom 2368-1 f.11vso,40] Jan [Johan] Borre van Amerongen beleend met zes vierendeel lands (24m, 1½ hoeve) in de Hoeven daar zijn huis op staat + england…
[xiv] Dit uijt de memorie van den balliu van Amerongen, 1728
[xv] Arnoud Walraed Karel Voet van Oudheusden, Historische Beschryvinge van Culemborg… Vol. 1 p.49 http://resources.huygens.knaw.nl/retroboeken
[xvi] Dr W.J.F. Nuyens, Algemeene geschiedenis des Nederlandschen volks, van de vroegste tijden tot op onze dagen Vijfde deel HOOFDSTUK, VIII. Gelderland. 1402-1480. GELDERSCHE OORLOGEN p.87.
[xvii] Wittert van Hoogland, E.B.F.F Bijdragen tot de geschiedenis der Utrechtsche ridderhofsteden en heerlijkheden.
[xviii]1433 20/9 [C’borg 6527] Elyaes van Am knaap, beleent Ghisebrecht van Nyenrode met 3m land bij zijn huis te Am
[xix] 1438 10/11 [RAArnhem C’borg 6527] Beerte van Am… verklaart namens haar man in pacht gegeven… aan Gysbert van Nyenrode het huis te Am … leengoederen van Domproosdij en van Gaesbeeck en alle mannen en tynsen haar nagelaten door haar vader Elyaes van Am; 1439 29/12 [RA Arnhem Culemborg 6527] … overdragen hun rechten op banken en graven in de kerk aan Gijsbert van Nyenrode.
[xx] 20/12 1438 Beerte van Am…geeft kwijtschelding aan de houders van leen- en of tynsgoed van het huys Am en draagt haar recht over aan Gysbert van Nyenrode
[xxi] Ant Matthao De jure gladii tractatus et de toparchis … ultrajectina, Leiden 1689.  CAP. XIII.  P. 214-216.
[xxii] 12 Januari 1471. (De Voorburch). Elias van Amerongen na doode van Beerte Elyasdr van Amerongen, zijne moeder.
[xxiii] Ant Matthao Ibid.
[xxiv] Drs. F.W.J. van Kan: …geslacht van Zwieten… Jaarboek CBG en Iconografisch Bureau deel 37 en 38, Den Haag 1983.
[xxvi] A.W.J. Mulder Het kasteel Amerongen en zijn bewoners N.V. Leiter-Nypels Maastricht 1949 p. 14.
[xxvii] 1479-20-1 [HUA I 22-1 f. ccix] … parochianen …verklaren ..huys…Willem van Zweten…2500 RyGu weerdich is
[xxviii] 1460-27-8 [HUADom 2368-2 f.58] Jan van Hemert …1488-4-7 [HUABA 202f.225 VS] Johan van Hemert, hofmeyster
[xxix] J.C. Kort Repertorium Grafelijke lenen in het Sticht Utrecht, 1204-1649
[xxx] Jaarboeken…Hollandsche-Utrechtse gebeurtenissen 1481-1483 CXIII—CXIV P.123.
[xxxi] 1488-17-1 [HUA BA 202 f.202 vso] gewelt …dat Jasper …gedaen …aen syne huse tot Amerongen
[xxxii] Reg. n°. 4 fol. 238. 1487-17-11 Bs David …huis…door Everwijn…. in bewaring …te zullen beheeren…
[xxxiii] HUA BA 202 f.264 en 276: 1491-14-7 …Joest van Hemert ridder in voirtiden hem dat huys te Amerongen mit gewelt genomen heeft en voert wt den lande gereist en daerna Jhr Everwyn datselve huys voert overgelevert etc; het huys moet nu geruymt worden; Bs David …uitspraak … Everwijn …bezit bevestigd…bewezen het huys gekocht te hebben
[xxxiv] Jens Jensen Dodt Anthony Michael Cornelis Asch van Wijck Herman Johan Royaards Archief voor kerkelijke en wereldlijke geschiedenis van Nederland, meer bepaaldelijk van Utrecht jan. 1851
[xxxv] A.W.J. Mulder Ibid. p. 15.
[xxxvi] 279 fol. 43v. Repertorium Wijk

Reacties